PREDIKANTEN
De
opstand (80 jarige oorlog) tegen de koning van Spanje die een religieuze
omwenteling tot gevolg had in de religie. Nadat de Friese staten op 30 maart
1580 besluiten tot het afschaffen van de RK eredienst, komt er officieel een
einde aan het katholieke geloof in Friesland. De kloosters werden afgebroken en
de pastoors moesten aftreden. In 1580 was er in Jorwert nog een pastoor
werkzaam. De eerste predikant na de Reformatie kwam in 1582; Suffridus Paulus
Feitkema en bleef tot 1585. Onderstaand een lijst van de latere predikanten met
enkele anekdotes.(Lijst van
predikanten is te zien in de kerk).
Predikant Meinardus Jacobus Hempenius
(beroepen 1626 - 1637)
Predikant Bernardus Aquila (beroepen 1639 -
1651)
Beide predikanten zijn op jonge leeftijd overleden en
liggen begraven in de kerk.
Predikant Martinus Hugozn Laurman (beroepen
1733 - 1785)
Predikant Laurman was 52 jaar verbonden aan Jorwert en
is daarmee de langst zittende predikant. Deze predikant is begonnen met het
bijhouden van het overlijdensregister van Jorwert. Niet alleen de naam en
leeftijd is vermeld maar ook de reden van overlijden.
Predikant
Jillardus Everts Penninga (beroepen 1789 - 1840) heeft
51 jaar in Jorwert voor mogen gaan.
Predikant Cornelis Hille Ris Lambers
(beroepen 1907 - 1927)
De charismatische predikant Hille Ris Lambers had een
grote belangstelling voor Chinese filosofie en genoot landelijke bekendheid als
voorvechter van het spiritisme. Wijd en zijd bekend waren ook de
zanguitvoeringen van zijn dochters, ten gehore gebracht in de pastorie waar de
Nederlandse dichter Jan Jacob Slauerhoff (1898-1936) zo graag vertoefde. De
familie Lambers discussieerde in de pastorie over theologische, kunstzinnige en
leven beschouwende vraagstukken. De begroeting tussen Hille Ris Lambers en
Slauerhoff was meestal: 'Dag Kerkvorst', 'Dag Dichter vorst'.
Tussen Heleen Ris Lambers(oudste dochter) en Slauerhoff
is er een korte relatie geweest omdat zij het gevoel had dat ze niet bij elkaar
pasten. Slauerhoff heeft diverse gedichten geschreven over Jorwert,
de pastorie met haar tuin en natuurlijk over Heleen waaronder het gedicht de
"Pastorale":
Heleen Hille Ris Lambers en Slauerhoff
bleven elkaar schrijven en hun vriendschap zou een leven lang standhouden. De
periode die Slauerhoff in Jorwert en bij de familie Lambers verbleef zou een
belangrijke plaats in zijn leven hebben ingenomen. De herinnering aan Jorwert
zou later in vele gedichten, die tot de beste van zijn oeuvre gerekend mogen
worden, worden beschreven.
Pastorale
Ik weet het: een Zondag als
deze
Gewekt in weemoed van wind door regen,
Weet zij naar geluk geen wegen,
En zit aan een raam te lezen
Den vroegen morgen.
Om tien uur luidt het
kerktijd.
Ze slaat een doek om, zij gaat
Loom met geloken gelaat
Den korten weg die naar de kerk leidt:
Hun hof grenst aan het kerkhof.
Haar vader spreekt zijn Amen.
Zij loopt weer door den tuin
Langs smalle zwarte paden
Te huiveren. Door de dunne gewaden
Schendt haar wind. Haar smalle voetjes waden
In het bloemenpuin.
’s Middags geen uitweg dan een wandeling
Door de weiden. Zij moet ontmoeten
Zwermende boeren, die haar groeten,
In geheiligde handeling:
De dochter van hun herder.
’s Avonds zit zij stil met haar ouders,
Haar moeder moe, haar vader dor.
Zij mijmert over ouder worden
En trekt òp de schouders.
Even trillen haar borsten.
Later, in het holle slaapvertrek,
Maakt zij ’t haar los voor een donkere spiegelbres
En brengt haar lichaam over
Van het dag- in het nachtgewaad.
Even staat zij naakt,
En gelooft ergens een vage kramp
Te voelen; het gaat over.
Zij dooft de lage lamp
In
"Landelijke liefde" roept de dichter het beeld op van de pastorie en
van de vrouw die hij niet aan zich wist te binden.
Landelijke Liefde
Op
de golven vindt de zon verstrooiing,
Langs bazaltblokken en sloepen voor
Anker trekt de vloed een vage voor,
Zacht schuim spoelt tegen de steenen glooiing
Achter
moerbeiboomen ligt een huis,
Een hardsteenen, hoogbegroeide hoeve,
Door den moestuin naar den lagen oever
Daalt een pad van blinkend schelpengruis
In
de gevelspits heeft zij haar kamer:
Schuins verloopt de zware bruine balk
Naar een muur van schilferende kalk,
Kamerrozen staan voor beide ramen
‘k
Weet haar levenswijs: namiddags laat
Ligt zij stil in de omsloten zwoelte
En geniet zich in ontbloote koelte,
Of verwisseld langzaam van gewaad.
Ik
hoor tonen, ver, als door een kier;
Zit ze niet van Sylvia te zingen
met die stem van herfst en schemeringen
Voor het langzaam en ontstemd klavier?
Wonder
zou dit zijn: haar weer bezoeken,
‘n Andre, of de vroegre weer te vinden:
Grillig droef of innig onverschillig.
Nam ze ‘t leven, wacht ze nog gewillig?
Ik zal het geluk maar liever zoeken
Achter de’ einder, in de verte, in den blinde
De relatie tussen de familie Lambers en
Jorwert is goed samen te vatten in het gedicht " Ik kan niet zeggen
hoe ik Holland haat"
Ik kan niet zeggen
hoe ik Holland haat
Ik kan niet zeggen hoe ik Holland haat;
Bij ‘t woord alleen grijpt walging mij de
keel.
'k Zag 't liefst veranderd in een grote
Peel,
Waarin ‘wegzakken kon met al zijn kwaad.
Neen, ’t is waar gróót kwaad wordt er niet
bedreven,
Maar wel veel valsch in het geniep.
Hij die er langer dan zes nachten sliep,
Heeft, weer op zee, het land voor al zijn
leven.
Af zweer ik grijsgroen, melkwit,
waterblauw;
Mijn kleuren zijn voortaan hardgeel,
bloedrood.
Ik stierf nog liever picadorendood
Dan naar zorg-vlied te gaan met statierouw.
Alleen voor Friesland heb ik nog een zwak,
Al is dat ............................
Maar ook in het mooiste ijs is wel een wak.
Handschrift
van J. Slauerhoff (Morgen rijd ik met
bedwelmende bloemen naar je toe)
In 1998 (100 jaar na de geboorte van Slauerhoff) is
in de notaristuin een openluchtstuk opgevoerd met als thema "Alleen voor
Friesland heb ik nog een zwak. De tekst van het gedicht met zijn pet en
handtekening is in brons op de ringmuur van de pastorij aangebracht.
Predikant Bastiaan van Gelder (beroepen van
1940 - 1945)
Naast het boek van
Geert Mak "Hoe god verdween uit Jorwert" is
er nog een boek geschreven over Jorwert. Met als
alias "Boudewijn Gardenier" schreef
Bastiaan van Gelder het boek: “Nachtboek van een kerkuil” (1990 met 390
pagina's). In het boek staan zijn ervaringen als beginnend predikant met
gevoelens en meningen van zijn ambtstermijn in het dorp “Lytsewier”.
Als een echte kerkuil, gezocht door de Duitsers, leefde van Gelder het laatste
jaar van de 2e wereldoorlog gedurende 215 dagen en nachten op een bijzonder
onderduikadres. In de ruimte van zijn eigen kerk, tussen het koepelgewelf en de
schuine kap. Slechts een enkeling in Jorwert was op
de hoogte van de bijzondere verblijfplaats. Oudejaarsavond 1944 werd hij
opgepakt en gevangen gezet en net voor de bevrijding weer vrijgelaten.
Beschrijvingen in het boek zijn gebaseerd op zijn dagboek. Zijn boek geeft een
beeld van hoe het leven in een gemiddeld Fries dorp verliep. Tegelijk krijgen
we een indruk van de kerkelijke gemeente van die dagen. Een jaar heeft van
Gelder gewerkt aan het boek met tekeningen gemaakt door Douwe
de Bildt. Hoewel van Gelder de gebeurtenissen in Jorwert
zo nauwkeurig mogelijk heeft willen beschrijven berust circa 70% op waarheid.
Alle namen zijn veranderd en de gebeurtenissen spelen zicht af in het fictieve
dorp Lytsewier met als reden om niemand van de
dorpelingen in een kwaad daglicht te zetten.
Predikant Willem Cornelis Verstoep (beroepen 1950 - 1956)
Bij het aantreden van Verstoep had hij direct te maken met
de restauratie van de toren. Tijdens de grootscheepse restauratie is de toren
in augustus 1951 ingestort. Verstoep werd het boegbeeld van alle acties voor
herstel van de toren en de kerk. Hij fungeerde als brug tussen de kerk- en
dorpsgemeenschap en de hulpverlening van buiten af. In de voorkerk, boven de
ingang van de toren is een gedenkplaat ingemetseld die herinnerd aan de
inspanningen van de predikant.
Predikant Anne Wopke Vlieger (beroepen 1970
- 1975)
Bij de geboorte van zijn zoon Nuttert (6
april 1976) was hij was zo blij met de geboorte van zijn zoon dat hij midden in
de nacht de klokken luidde om dit blijde nieuws met het dorp te delen. Niet
alle dorpsbewoners stelden dit op prijs omdat velen dachten dat er ergens brand
uit was gebroken. Sindsdien is het een goed gebruik dat de nieuwbakken vaders
om 11.00 uur de klok luiden. De grote klok (mannelijke, zwaar van geluid) voor
de zonen en de kleine klok (vrouwelijke, lichter van geluid) bij de geboorte
van de meisjes. Dit gebruik is overgenomen door de omliggende dorpen Bears,
Jellum en Weidum. Zij maken onderdeel uit van de protestantse gemeente
Westerwert (genoemd naar het voormalig nonnenklooster met die naam). Wanneer
iemand overlijdt worden beide klokken ingezet om het droeve
nieuws te melden. Hier speelt de klok waarmee begonnen wordt een rol; de
mannelijke of de vrouwelijke klok begint. Dit kan zijn om 9.00 uur of 17.00
uur.
In 1935 en 1960 was er contact geweest
tussen de kerkvoogden van Jorwert en Weidum. Vele gesprekken volgden. Op 26
maart 1972 is de laatste dienst van de gemeente Jorwert gehouden. Op 1 april
1972 werden de gemeenten samengevoegd onder de naam Hervormde Gemeente Westerwert.
Predikant Anne Wopke Vlieger bleef in dienst van de nieuwe gemeente. Op initiatief
van de predikant en de kerkenraad is er elk jaar, tijdens het openluchtspel,
een tuinpreek in de notaristuin.
Predikant Pieter Miedema (beroepen 1976 -
1978)
Predikant Miedema was de eerste parttime
predikant binnen de gemeente Westerwert. Hij gaf tevens les op de MAVO in
Leeuwarden. Predikant Miedema kreeg geen vergoeding voor zijn diensten maar als
tegenprestatie mocht hij gratis wonen in de pastorie en kreeg hij een
vergoeding voor de auto en telefoon. Daarnaast waren er bij hem uitsluitend
Friestalige kerkdiensten en dat was tot dan toe de enige plaats in Friesland
waar dit voor kwam. Tot op de dag van vandaag zijn de kerkdiensten Friestalig.
23
september 1994 is de Hervormde kerk van Jorwert als dertigste kerkmonument
overgedragen aan de Stichting Alde Fryske Tsjerken.
Bronvermelding:
Jolt Oosterhuis
Leeuwarder Courant