DE TOREN

 

De toren stamt uit de elfde of twaalfde eeuw, maar zou pas rond 1700 verhoogd zijn tot de huidige hoogte van 28 meter.

In augustus 1951 is de toren ingestort, tijdens een grootscheepse restauratie. De toren helde al heel lang over in zuidwestelijke richting. Hij is niet omgevallen, maar spiraalsgewijs in elkaar gezakt.

 

Het instorten:

Meerdere mogelijke redenen waarom de toren instortte:

Na de opruimwerkzaamheden kon voor het eerst onderzoek gedaan worden naar de fundering van de toren. Die bleek uit twee delen te bestaan die onderling niet verbonden waren.

Tijdens de restauratie was gebleken dat in de onderbouw van de toren de ruimte tussen binnen- en buitenmuren niet overal gevuld waren (inwendig zwakke plekken).

En op het punt waar de dikkere onderbouw overging in een dunnere bovenbouw was de klokkenstoel met zijn voeten verankerd. Tijdens het luiden was al meermalen geconstateerd dat het luiden voor enige beweging in het torenlichaam zorgde.

Enkele weken voordat de toren instortte was door de koster opgemerkt dat de gewichten van het uurwerk op de rand van de gaten in de zoldervloer stuitten. Maar dit is pas achteraf opgevat als een teken dat er toen al enige beweging in de toren zat.

 

De bouw:

De toren bestaat uit een romaanse tufstenen onderbouw die eindigt net boven de galmgaten en daarboven een Romano-gotische bovenbouw van metselwerk in baksteen (kloostermoppen). Het geheel is versierd met banden vlechtmetselwerk, rondbogige galmgaten met in het midden Bremer zandstenen zuiltjes en wordt bekroond met het karakteristieke zadeldak met zijn haan.

 

De klokken:

Op de vijfde verdieping (de enige betonnen vloer in de toren) staat de klokkenstoel van ijzer met daarin opgehangen twee oude bronzen klokken.

De grootste en oudste klok dateert uit 1354 volgens de inscriptie en werd gegoten door Harmannus te Groningen. In de andere klok ontstond in 1748 een barst toen hij uitbundig geluid werd bij de geboorte van prins Willem V. De kapotte klok werd omgegoten tot een nieuwe klok bij klokkengieter Johannes Borchardt te Groningen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de klokken door de Duitse bezetter gevorderd om ze om te smelten tot oorlogstuig. Beide klokken (met een “M” van “monumentaal” erop geschilderd) werden in Giethoorn opgeslagen en zijn na de oorlog weer teruggebracht naar Jorwert. De klokken zijn na het instorten van de toren, ongeschonden uit de puinhopen tevoorschijn gekomen.

 

Het luiden:

Van maandag tot en met zaterdag wordt de klok om 12:00 uur ’s middags handmatig geluid. Het zogeheten “Angelus” luiden, een oude traditie stammend uit de tijd, dat aan de werkers op het land zo werd aangegeven dat het “lunchtijd” was.

Verder wordt de klok geluid in de volgende gevallen:

- Bij de geboorte van een kind, om 11:00 uur ’s morgens, de grote klok als het een jongetje is en de kleine klok als het een meisje is.

- Bij een overlijden om 09:00 of om 17:00 uur: de grote klok als de overledene een man is en de kleine klok voor een vrouw.

- Bij een begrafenis en huwelijk.

 

Het uurwerk:

Op de derde verdieping staat een groot uurwerk: een gietijzeren frame met daarin alle tandwielen en overbrengingen. Het is in 1902 gemaakt bij de Fa. J.F. Weule, Turm-, Hof- und Eisenbahn-Uhren Fabrik in Bockenem, ten zuidoosten van Hannover.

Het uurwerk wordt aangedreven door 2 zware gewichten die twee keer per week worden opgetakeld.

 

Het uurwerk geeft tot op heden zeer nauwkeurig de tijd aan.

 

De wijzerplaten:

Op de zolder boven het uurwerk worden door middel van stangen en tandwielen 2 wijzerplaten aangestuurd, aan de oost- en aan de westkant van de toren.

 

De Haan:

De haan op de toren is ver­nieuwd na het instorten van de toren en wel door Dhr. Piet Douma, die ook het uurwerk heeft gerestaureerd. Hij heeft dat gedaan in de smederij van zijn zwager Jan Wiersma in Mantgum. De oude haan heeft dhr. J. Wiersma altijd bewaard en deze is na het overlijden van J. Wiersma in 2010 teruggebracht naar Jorwert door zijn zoon Durk Wiersma, omdat hij vond dat die in Jorwert thuishoorde. De oude haan is nu te bezichtigen, gemonteerd tegen de muur in de voorkerk, links boven de deur naar de toren.